Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is niet verplicht. U bepaalt als ondernemer zelf of u zich voor het risico op arbeidsongeschiktheid verzekerd. Toch speelt in de politiek al langer de gedachte om voor arbeidsongeschiktheid een basisverzekering op te zetten die wettelijk verplicht wordt. Mede doordat in de praktijk slechts een kleine 30% van de ZZP’ers een AOV afsluit. Om die reden is door de Stichting van de Arbeid (vakbonden en werkgevers) een advies uitgebracht aan minister Koolmees. Vorige maand gaf de minister aan dat hij dit voorstel overneemt en dat begin volgend jaar het wetsvoorstel wordt voorbereid. Verwacht wordt dat deze verplichte AOV voor ZZP’ers niet voor 2024 in gaat. In dit artikel zetten wij de 4 belangrijkste vragen over het advies op een rijtje.
De verplichte AOV voor ZZP’ers zal door het UWV uitgevoerd moeten worden. Zij verzorgen ook de re-integratie. De uitkering bedraagt 70% van het laatst verdiende inkomen, met een maximum van € 1.650,- bruto per maand, gelijk aan het Wettelijk Minimum Loon (WML). Maximaal kan een inkomen van circa € 30.000,- worden verzekerd. De premie wordt geïnd door de Belastingdienst en zal naar schatting 8% van het inkomen gaan bedragen (tot het maximum van 8% van 30.000,-) en is fiscaal aftrekbaar. Standaard gaat een wachttijd van 52 weken gelden met de mogelijkheid om deze periode aan te passen naar 26 of 104 weken tegen een aangepaste premie. De verzekering loopt tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en hanteert het arbeidsongeschiktheidscriterium gangbare arbeid.
De verplichte AOV gaat gelden voor zelfstandig ondernemers zonder personeel (zzp) met winst uit de onderneming; beroepsbeoefenaren (met resultaat uit overige werkzaamheden); Directeur-grootaandeelhouders zonder personeel en meewerkende echtgenoot of echtgenote. Zelfstandigen met personeel hoeven zich volgens dit advies van de StAr niet verplicht te verzekeren. Heeft u een klein inkomen als zelfstandige, bijvoorbeeld omdat u nog voor een deel in loondienst werkt, dan betaalt u een lagere premie en ontvangt u een lagere uitkering bij arbeidsongeschiktheid (70% van het laatst verdiende inkomen uit zelfstandig werk).
De StAr adviseert om zelfstandigen die al een AOV hebben afgesloten uit te sluiten van de verplichte AOV, mits deze minimaal voldoet aan de criteria van de verplichte AOV. De premie mag niet lager zijn voor het zelfde te verzekeren bedrag om uitstap te voorkomen en het risico op arbeidsongeschiktheid moet net zo goed worden afgedekt tot aan de AOW-leeftijd. Hiermee wordt onderverzekering en het ontduiken van de wettelijke verzekeringsplicht afgedekt. Het blijft overigens voor ondernemers nog steeds mogelijk om zich (aanvullend) te verzekeren via een verzekeraar. Bijvoorbeeld wanneer u zich voor een hoger bedrag wilt verzekeren of omdat bij een verzekeraar beter passende voorwaarden voor uw persoonlijke situatie geboden worden.
Vooralsnog gaat het om een advies van de Stichting van de Arbeid aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze heeft aangegeven het advies over te nemen en te gaan uitwerken tot een wetsvoorstel. Wel wordt nog nader onderzoek gedaan naar de uitvoerbaarheid. Als het wetsvoorstel volgend jaar aangenomen wordt zal de verplichte AOV op zijn vroegst in 2024 ingaan.
Voorlopig is er dus nog geen verplichting om een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. U bent dus vrij om zelf te bepalen of u de risico’s op arbeidsongeschiktheid voor uzelf wil afdekken. Wanneer u meer informatie wilt of interesse heeft om de mogelijkheden voor een AOV te onderzoeken, dan staan de adviseurs van de Jongh in Veldhoven voor u klaar. Neem vandaag nog contact op met een adviseur van de Jongh.